In de klimaatkamer
Om dit te voorkomen in Luleå, heb ik me de afgelopen twee weken fysiek en mentaal voorbereid op de kou die me te wachten staat. Vorig jaar was het er namelijk -20 °C! Toevallig zit er naast mijn kantoor een klimaatkamer op -20 °C. Zoals ik in mijn vorige blog al uitlegde, blijven bacteriën en andere organismen bij lage temperaturen uitstekend bewaard (zoals Ötzi, de ijsmummie en zijn darmbewoners). Deze kamer is daarom een goede plek om monsters van experimenten voor langere tijd kunnen bewaren. Als onze vriezers in het lab beginnen uit te puilen, bijvoorbeeld.
De lente op de loer
Nu denk je misschien dat ik in voorbereiding op natuurijs, mijn bureau tijdelijk heb verplaatst naar de klimaatkamer. Helaas, er is momenteel te weinig ruimte en ik denk ook niet dat mijn computer het zou overleven (Hè, wat jammer nou.) Ik moest dus op zoek naar andere manieren om in winterse sferen te blijven. Dat bleek niet makkelijk: het weekend nadat ik terugkwam uit Oostenrijk, hoorde ik voor het eerst sinds lange tijd weer vogels fluiten, zag ik krokussen bloeien en spotte ik zelfs een skeeleraar. De lente lag op de loer...
Kort-kort en lang-lang
Een aantal dagen heb ik mij proberen te verzetten tegen de naderende lente. Zo dronk ik elke dag gemberthee, fietste ik ‘s ochtends naar mijn werk met een warme muts op mijn hoofd en liep ik zelfs een verkoudheidje op. Ik kon het winterse gevoel vasthouden, totdat de zon afgelopen weekend koning Winter van zijn troon stootte. Wielrenners, skeeleraars en wandelaars druppelden één voor één naar buiten. De één kort-lang, de ander kort-kort. Ook ik kon het niet laten om mijn fietsritjes buiten af te werken, in plaats van binnen op de tacx. Na mijn verkoudheid, liep ik meteen een dosis premature lentekriebels op. Tijd dus om af te koelen in Luleå!